Défense pénale en ligne gratuite

Samengevat

Periode van minimaal 2 jaar en maximaal 4 jaar voor :

  • Snelheidsovertredingen
  • Verkeerslichtovertreding
  • een witte lijn overschrijden
  • een alcoholische impregnering van minder dan 0,35 mg/l AAE (d.w.z. minder dan 0,8 g/l), - enz..

Periode van minimaal 3 jaar en maximaal 6 jaar voor :

  • Het ontbreken van een rijbewijs
  • hit and run, alcoholische impregnering van meer dan 0,35 mg/l AAE (d.w.z. 0,8 g/l)
  • een staat van dronkenschap of iets dergelijks
  • weigering van de ademtest, alcoholanalyse of bloedtest
  • weigering om het rijbewijs in te leveren
  • ...

Periode van minimaal 5 jaar en maximaal 10 jaar voor :

  • Geen verzekering
  • doodslag
  • onbedoelde slagen en verwondinge


Bij de voorbereiding van uw verweer gaan onze advocaten systematisch na of de verjaringstermijn al dan niet is bereikt.

Praktische hulpmiddelen

De verjaringscalculator



In detail

Wat is de verjaringstermijn?

Verjaring is de periode na afloop waarvan een rechtsvordering niet meer kan worden uitgeoefend. Concreet kunt u na het verstrijken van deze verjaringstermijn niet meer strafrechtelijk worden veroordeeld voor dit misdrijf, ook al is de zaak aanhangig gemaakt bij de rechtbank en loopt de procedure nog.

Wat zijn de verjaringstermijnen voor verkeersovertredingen?

Voor het wegverkeer hangt deze termijn af van de aard van de overtreding.

Een kort overzicht.

De voorlopige titel van het wetboek van strafrecht bepaalt in artikel 21 (4°, 5°, 6°), dat de openbare vordering wordt voorgeschreven:

  • Na 5 jaar voor een (ander) delict ;
  • Na 1 jaar als het een als boete aangemerkte overtreding betreft ;
  • Na 6 maanden als het een ander delict is.

De wet van 16 maart 1968 betreffende de verkeerspolitie bepaalt meer bepaald in artikel 68 dat:

De openbare rechtsvordering die voortvloeit uit een inbreuk op deze wet en op de ter uitvoering ervan uitgevaardigde besluiten verjaart na een volledig jaar vanaf de dag waarop de inbreuk werd gepleegd; deze periode is echter drie jaar vanaf de dag waarop het strafbare feit is gepleegd, voor strafbare feiten bedoeld in artikel 30, § 1er en § 3, 33, 34, § 2, 35 et 37bis, § 1er, 1° en 4° à 6°.

Primaire deadlines en secundaire deadlines

Samengevat de verjaringstermijn:

  • Twee jaar (sinds 15.02.2018 is de termijn verlengd van één naar twee jaar) voor: Snelheidsovertredingen, het niet naleven van een verkeerslicht, het overschrijden van een witte lijn, impregnatiealcoholgehalte minder dan 0,35 mg/l AAE (d.w.z. minder dan 0,8 g/l), enz.
  • Drie jaar: Gebrek aan rijbewijs, hit and run, alcoholische impregnatie van meer dan 0,35 mg/l AAE (d.w.z. 0,8 g/l), dronkenschap of soortgelijke dronkenschap, een weigering van de ademtest, de alcoholanalyse of de bloedonderzoek, een weigering om het rijbewijs in te leveren;
  • Vijf jaar voor: Geen verzekering, doodslag, onvrijwillige slagen en verwondingen, enz.

Houd er echter rekening mee dat het verstrijken van deze periode van twee, drie of vijf jaar niet betekent dat de zaak daadwerkelijk is verjaard.

Deze vertraging wordt inderdaad primaire vertraging genoemd en kan worden verlengd met een secundaire vertraging.

Bijna alle procedurele handelingen die tijdens de primaire periode worden uitgevoerd, hebben tot gevolg dat deze wordt onderbroken en dat een nieuwe periode begint die gelijk is aan de oorspronkelijke periode.

In de praktijk betekent dit dat de vertraging kan worden verdubbeld. Een opsporings- of vervolgingshandeling (bijvoorbeeld een dagvaarding, een onderzoeksplicht van de procureur des Konings, een ontvangstbewijs van de politie, enz.) die enkele dagen voor het einde van de initiële termijn wordt uitgevoerd, gaat van start een nieuwe periode van gelijke duur.


Noteren

Daarentegen gaan we hier niet op in, maar de verjaringstermijn kan in bepaalde omstandigheden voor een bepaalde tijd worden opgeschort.

Tot slot moet worden opgemerkt dat het de door de rechter gegeven kwalificatie is die doorslaggevend is. De kwalificatie die het openbaar ministerie in het citaat geeft, heeft slechts een indicatieve waarde. Als de rechter de feiten herkwalificeert, wordt de verjaringstermijn dus mogelijk gewijzigd.

Bovendien is het niet zo eenvoudig om met zekerheid een effectieve verjaringstermijn te berekenen zonder volledige toegang tot het dossier van de procedure.


Concreet verjaart een “gewone” rijovertreding (bijvoorbeeld snelheidsovertreding) niet eerder dan 2 jaar, behoudens bijzondere omstandigheden* na de datum van de overtreding, en niet later dan 4 jaar* jaar na de datum van de overtreding.


Lexicon

[*] : De wet van 6 maart 2018 (B.S. 15.02.2018) verlengt de verjaringstermijn voorzien in artikel 68 van de wet van 16 maart 1968, van één naar twee jaar.

Défense pénale en ligne gratuite